Gebruiksaanwijzing In de benzinetank gieten, bij voorkeur vóór het tanken. Normaal gebruik: 1 flacon alle 2.000 km. Bij vervuilde kleppen en verstuivers, bij inrijden: 1 flacon gedurende de eerste 3 tankbeurten, daarna onderhoudsdosis. Bij intensief gebruik, stadsverkeer, enz.: 1 flacon bij iedere tankbeurt.

Gebruiksaanwijzing
In de brandstoftank gieten, bij voorkeur vóór het tanken.
Normale toepassing : 1 flacon van 325 ml alle 2 000 à 4 000 km.
Bij sterk vervuilde verstuivers, overmatige zwarte roetuitstoot: 1 flacon van 325 ml toevoegen bij de eerste 3 tankbeurten.Daarna normale toepassing.

Gebruiksaanwijzing
Iedere tankbeurt aan de loodvrije benzine toevoegen, bij voorkeur vóór het tanken.
Mengverhouding 1:1000 (1 ml per liter benzine, bv. 25 ml voor 25 liter benzine).
De inhoud van de fles (250 ml) is voldoende om 250 l loodvrije benzine te behandelen.
De doseerfles als volgt gebruiken: Dop losdraaien.
Vul de doseerruimte bovenaan tot de gewenste dosis door zachtjes in de fles te knijpen.
Dop volledig wegnemen en gewenste dosis in de benzinetank gieten.